Het einde van monolithische platforms

17 oktober 2019

Gijs in 't Veld,

Voormalig CTO en Principal Consultant

De toekomst is Platform-as-a-Service

Met de rappe opkomst van functioneel rijke PaaS (Platform-as-a-Service) diensten geleverd door de zogenaamde cloud mega vendors zoals Microsoft is er nogal wat veranderd. In eerste instantie heeft het tot verwarring geleid in de markt, maar we zien nu dat organisaties het fenomeen echt gaan begrijpen en omarmen.

Denken in services

Vooral in het begin was het zowel voor afnemers als leveranciers van cloud diensten een moeilijk verhaal. Met name als het gaat om data- en integratieproducten. Vroeger was het makkelijk als je een Microsoft-tenzij beleid hebt: als je een oplossing voor data wilde kreeg je SQL Server en als je een oplossing voor integratie wilde kreeg je BizTalk Server. Lekker makkelijk features vergelijken tussen deze producten van Microsoft en andere leveranciers als Oracle of IBM. Checklistje afwerken, scoren en kiezen.

Tegenwoordig worden dit soort data- en integratiefunctionaliteiten niet meer door producten geleverd maar door een set aan cloud services. Dit heeft in eerste instantie tot enorme verwarring geleid. Wat vergelijken we nu eigenlijk met wat? Zeker als het ging om vergelijkingen tussen aan de ene kant een set van cloud services en aan de andere kant een monolithisch platform.

Afscheid van platform “producten”

Zelfs voor Microsoft was dit moeilijk. Want aan de ene kant is er een krachtig verhaal omdat Microsoft Azure alle bouwblokken biedt om een volwaardig integratieplatform mee te realiseren, maar aan de andere kant moest er geconcurreerd worden met bepaalde pure-play vendors die monolithische producten boden. Producten die erg goed zijn in één ding. En waarbij de diverse componenten in dat product 1:1 van elkaar afhankelijk zijn.

Ook Microsoft had op het integratie gebied zo’n product: BizTalk Server. Een fantatisch integratieproduct, maar wel monolithisch en weinig service geörienteerd. De processen in zo’n product zijn vooraf bedacht en “ingebakken”. En weinig flexibel dus.

Toch zagen we dat de concurrentie niet makkelijk was. Op enig moment in 2018 is door Microsoft zelfs besloten om alle services die in Azure nodig zijn om een integratielaag mee te realiseren te bundelen en “Azure Integration Services” te noemen. Dat zelfde zagen we gebeuren met “IoT Suite” en op andere gebieden. Natuurlijk was dit met name om het voor potentiële klanten mogelijk te maken producten met producten te kunnen vergelijken.

De rijkdom van Azure Platform-as-a-Service

Persoonlijk vond ik dat een zwaktebod van Microsoft. Het slaat eigenlijk helemaal nergens op. Het is juist de kracht dat je een loosely coupled set van services biedt waarmee je heel flexibel integratielagen kunt realiseren. En dat je daarnaast het hele Azure platform tot je beschikking hebt dat je ook onderdeel kunt maken van je end-to-end processen, of het nu integratie-, data- of app- of samenwerking-geörienteerde (deel)oplossingen zijn.

Hetzelfde geldt voor data-oplossingen. Tegenwoordig hebben we relationele data stores, table stores, document stores, blob stores, data lakes, enzovoort. Ook dat is geprobeerd allemaal in SQL Server te stoppen, ooit. In Microsoft Azure zijn dit allerlei “losse” services die elk in hun eigen schaalbare containers draaien en die met behulp van o.a. Data Factory aan elkaar geknoopt worden tot een dataplatform dat voor uw organisatie goed past. En waar je door middel van weer allerlei analyse services zoals Databricks of PowerBI gebruik van kunt maken om er informatie van te maken.

Niet-functionele aspecten

Wat interessant is, is dat Microsoft niet alleen al deze bruikbare features als services heeft ontsloten, maar dat er tegelijkertijd veel aandacht is besteed aan architectuur guidance en aan de niet-functionele aspecten ervan. Waar je dus voorheen een silo applicatie had als BizTalk Server en SQL Server (en alle vergelijkbare producten van andere leveranciers), waarin al de beheer- en monitoring tools ingebouwd waren, zie je nu dat er over alle cloud services heen tooling is ontstaan die juist end-to-end beheer en monitoring mogelijk maken. Bijvoorbeeld om door middel van infrastructure-as-code bepaalde workloads uit te rollen en om inzicht te krijgen in de relatie tussen alle services.

We hebben dus te maken met loosely coupled oplossingen die tegelijkertijd heel erg beheerbaar zijn en goed te monitoren. Dat is echt vooruitgang! Ik voorzie dat de monolithische integratie-, data-, samenwerking- en app platforms een langzame dood gaan sterven. Lang leve PaaS!

 

Een IT’er is ook maar gewoon een uniek mens